Tekst uit Op eigen houtje – de ongelooflijke verhalen van vrouwen in de Elfstedentocht
Dit weekend loopt Sifan Hassan de olympische marathon. Pas in 1984, 40 jaar geleden, mochten vrouwen voor het eerst de olympische marathon lopen, tijdens de Olympische Spelen van Los Angeles. Dankzij pioniers Roberta Gibb en Kathrine Schwitzer.
Die strijd begon al in de jaren ‘60. In 1966 startte de drieëntwintigjarige Roberta ‘Bobbi’ Gibb stiekem in de marathon van Boston. Bobbi had wel geprobeerd om zich via de officiële weg in te schrijven. Maar de brief die ze terugkreeg van de wedstrijdleider was helder. Vrouwen waren fysiek niet in staat om 42 kilometer hard te lopen, oreerde hij. Bovendien hadden de internationale sportregels dit verboden.
Bobbi trok zich er niets van aan. Ze trok een verhullende slobberpolo aan en verstopte zich vlak bij de start in de bosjes. Op een onopvallend moment schoot ze uit de bosjes de hardlopende menigte in. Halverwege de race trok ze haar polo uit en rende in haar hemdje verder, bang voor de reactie van de mannelijke lopers om haar heen.
Tot haar verbazing werd ze door hen aangemoedigd. Ze finishte officieus als 125e. “Roberta zag er volkomen fit uit en trok meer aandacht dan de Japanner Kimihara, die in de race won,” schreef een verslaggever van De Telegraaf in een kleine kolom op de sportpagina. Ze bewees dat vrouwen prima in staat waren lange afstanden te lopen.
Kathrine Switzer
Het drong niet door bij de sportbobo’s. Toen de twintigjarige Kathrine Switzer een jaar later hetzelfde kunstje wilde herhalen in Boston (ze had zich onder een schuilnaam ingeschreven), werd ze halverwege aangevallen door een boze official die haar van de weg probeerde te trekken.
‘Get the hell out of my race and give me those numbers!’
De hardlopers om haar heen beschermden haar en ze voltooide de race. Een fotograaf legde het incident precies op het juiste moment vast. De foto van Kathrine, met de kalende official vastgeklauwd aan haar grijze sweatshirt met nummer 261 ging de hele wereld over.
marathon schadelijk voor de gezondheid van vrouwen
Pas in de jaren ’80 veranderde het beeld dat duursport slecht was voor vrouwen. Het Amerikaanse College of Sports Medicine kwam in 1980 met een statement naar buiten dat er helemaal geen wetenschappelijk of medisch bewijs was dat vrouwen geen lange afstanden aankonden of dat het hun gezondheid zou schaden, zoals tot die tijd werd gedacht. In de atletiek liepen vrouwen nog steeds niet verder dan 1500 meter. Het instituut vond dat vrouwen in wedstrijden op dezelfde afstanden moesten kunnen meedoen als de mannen.
Bij de Olympische Zomerspelen van 1984 in Los Angeles gaf het olympisch comité daar gedeeltelijk gehoor aan. De vrouwen mochten 3000 meter lopen. De 5 en 10 kilometer bleven wel exclusief voor mannen. Het zorgde ervoor dat de mondige Amerikaanse atletes de organisatie en het olympisch comité voor de rechter daagden.
Het lukte ze wel om de olympische marathon over 42 kilometer op het programma te krijgen. Dankzij veel lobbywerk van Kathrine Switzer, de Amerikaanse die in de jaren zestig zo hardhandig door een official van het parcours was gesleurd omdat ze stiekem in de marathonwedstrijd was gestart. De Amerikaanse atletiekfederatie had haar toen zelfs uit de bond gezet. In de jaren erna streed ze onvermoeibaar voor toelating van vrouwen tot het hardloopevenement en de Olympische Spelen.
Kathrine organiseerde zelf hardloopwedstrijden voor vrouwen om aan de eisen van het olympisch comité te voldoen en zorgde voor sponsoren. Tijdens de bestuursvergadering van het olympisch comité, waarin werd besloten of de marathon voor vrouwen aan het programma werd toegevoegd, stond ze buiten op de gang klaar met haar rapporten om de bestuursleden te overtuigen. Het werkte.
Joan Benoit eerste olympisch kampioene marathon
De Amerikaanse Joan Benoit werd in eigen huis de allereerste olympisch kampioene op de marathon. Al na vijf kilometer liep ze in de zinderende hitte van Los Angeles bij al haar concurrentes weg. “Ik voelde me sterk en loop het liefst alleen. Als ik goed in m’n tempo zit heb ik niemand om me heen nodig. Bovendien wist ik dat ik zou kunnen profiteren van de angst van de anderen om me meteen te volgen. Dat is ze opgebroken”, reageerde ze. Ze liep 2.24.52, twee minuten boven haar eigen wereldrecord.
Een concurrente was tijdens de race bezweken door de hitte. Was Joan niet bang dat mensen nu weer zouden gaan twijfelen of vrouwen wel 42 kilometer aankonden? “Laten we maar eens afwachten wat er bij de heren gebeurt”, zei ze. Want, geloofde ze stellig, “wat mannen kunnen, kunnen wij ook.”
Dat vrouwen nu eindelijk de olympische marathon mochten lopen was voor pionier Kathrine Switzer net zo belangrijk als stemrecht. Ze zei daarover:
‘Kiesrecht betekende onze sociale en culturele acceptatie. Mee mogen doen met de marathon op de Olympische Spelen betekende dat we eindelijk fysiek zouden worden geaccepteerd als gelijken’
– Kathrine Switzer
Meer weten over de emancipatie van sportvrouwen? Koop Op eigen houtje
Ik geef lezingen over de emancipatie van Nederlandse sportvrouwen. Neem contact met mij op.
Deze tekst komt uit Op eigen houtje – de ongelooflijke verhalen van vrouwen in de Elfstedentocht. Koop ‘m hier.